Spelbegeleiding
Kinderen spelen omdat ze het leuk vinden. Spelen is voor kinderen een manier om plezier te maken en zich te ontspannen. Al spelend zal een kind zich op verschillende gebieden ontwikkelen: fysiek, zintuiglijk, motorisch, taalkundig en sociaal-emotioneel.
Spelen is niet altijd vanzelfsprekend.
Bij de kinderen op de Carrousel verloopt de spelontwikkeling vaak anders, is spelen soms moeilijk en kan de spelontwikkeling stagneren.
Spelbegeleiding kan dan een helpende hand zijn om de spelontwikkeling weer op gang te helpen.
Spelbegeleiding is een methodisch doordachte vorm van extra hulp aan kinderen (en volwassenen) die hiaten of problemen hebben op het gebied van de spelontwikkeling. De spelbegeleidster richt zich op het stimuleren van de spelontwikkeling en op het optimaliseren van de omgeving om te kunnen spelen.
Het gaat dus om het begeleiden van het spelen.
Spelbegeleiding
De spelbegeleidster, Patricia Sneek. Zij wordt ingeschakeld voor:
- Onderzoek naar de spelontwikkeling dmv observaties.
Dit gebeurt door :
Het invullen van de Speelpoort in samenwerking met de begeleidster, ouders en
indien nodig andere behandelaars. Of een ander spelobservatielijst gericht op de
diverse spelfases.
- Advies/ondersteuning bij het opstellen van de speldoelen en het maken van een
spelplan gericht op de materialen behorend in de spelfase, aanbieden van de
materialen, waar speelt het kind, hoeveel speelgoed, hoeveel prikkels.
- Advies/ondersteuning bij het maken van een cyclus van activiteiten die een
periode lang op een gestructureerde wijze geoefend worden(de Vlindermethode)
- Advies/ondersteuning bij het werken met de kindercomputers/Ipad Advies/
ondersteuning bij het tot stand komen van een afwisselend dagprogramma.
- Bij specifieke spelvragen geven van individuele spelbegeleiding.
- De spelbegeleiding richt zich meestal op extra ;ondersteuning om verbeeldend
te kunnen spelen.
Spelobservatie
Op de Carrousel wordt door de spelbegeleidster, begeleidster en ouders indien ze dit willen voor alle kinderen de observatielijst/zintuigenlijst De Speelpoort ingevuld.
Door deze lijst in te vullen krijgen we een goed beeld hoe het kind zijn zintuigen gebruikt.
De kinderen krijgen activiteiten en materialen aangereikt, waarbij geobserveerd wordt of en hoe ze daarmee omgaan. Het gaat er om uit te vinden wat het kind boeit en aanzet tot zelf doen. Veelal maken we video-opnamen van het kind.
Met de informatie die dit oplevert wordt door de spelbegeleidster en begeleidster van het kind doelen gesteld, iets wat extra gestimuleerd gaat worden in de komende periode.
Voor de kinderen die al verder in de ontwikkeling zijn gebruikt de spelbegeleidster een andere spelobservatie.
Het gaat hier om:
Omgang met sensopathisch materiaal: Vindt het kind het prettig, is er afweer, is er voorkeur voor bepaalde materialen, gebruikt het kind al een schepje/ bakje in het materiaal.
Spelkeuze: Kan het kind zelf kiezen, hoe doet hij dat, voor welk speelgoed kiest het kind, hoe gaat het daar mee om.
Spelduur: Is het kind snel afgeleid door zijn omgeving, kan het kind langere tijd met hetzelfde spelen of wisselt het steeds van spel, kan het kind zijn spel afmaken.
Spelkwaliteit: Speelt het kind gevarieerd, hoe is de concentratie, wordt het speelgoed gebruikt op de manier waar het voor bedoeld is, kan het kind imiteren, gaat het kind in op spelsuggesties, is er rust in het spel of speelt het kind chaotisch, beleeft het kind plezier aan het speel, gaat het ruw of voorzichtig om met speelgoed
Contactname: Hoe reageert het kind op andere kinderen, hoe is het contact met de dagelijkse begeleider, speelt het kind naast/met andere kinderen. Deelt het kind zijn speelgoed.
Spelniveau: Op welk niveau speelt het kind voornamelijk, wat is het hoogste spelniveau dat het kind laat zien.
Spelniveau
De spelniveaus die we gebruiken zijn:
Spelen is niet altijd vanzelfsprekend.
Bij de kinderen op de Carrousel verloopt de spelontwikkeling vaak anders, is spelen soms moeilijk en kan de spelontwikkeling stagneren.
Spelbegeleiding kan dan een helpende hand zijn om de spelontwikkeling weer op gang te helpen.
Spelbegeleiding is een methodisch doordachte vorm van extra hulp aan kinderen (en volwassenen) die hiaten of problemen hebben op het gebied van de spelontwikkeling. De spelbegeleidster richt zich op het stimuleren van de spelontwikkeling en op het optimaliseren van de omgeving om te kunnen spelen.
Het gaat dus om het begeleiden van het spelen.
Spelbegeleiding
De spelbegeleidster, Patricia Sneek. Zij wordt ingeschakeld voor:
- Onderzoek naar de spelontwikkeling dmv observaties.
Dit gebeurt door :
Het invullen van de Speelpoort in samenwerking met de begeleidster, ouders en
indien nodig andere behandelaars. Of een ander spelobservatielijst gericht op de
diverse spelfases.
- Advies/ondersteuning bij het opstellen van de speldoelen en het maken van een
spelplan gericht op de materialen behorend in de spelfase, aanbieden van de
materialen, waar speelt het kind, hoeveel speelgoed, hoeveel prikkels.
- Advies/ondersteuning bij het maken van een cyclus van activiteiten die een
periode lang op een gestructureerde wijze geoefend worden(de Vlindermethode)
- Advies/ondersteuning bij het werken met de kindercomputers/Ipad Advies/
ondersteuning bij het tot stand komen van een afwisselend dagprogramma.
- Bij specifieke spelvragen geven van individuele spelbegeleiding.
- De spelbegeleiding richt zich meestal op extra ;ondersteuning om verbeeldend
te kunnen spelen.
Spelobservatie
Op de Carrousel wordt door de spelbegeleidster, begeleidster en ouders indien ze dit willen voor alle kinderen de observatielijst/zintuigenlijst De Speelpoort ingevuld.
Door deze lijst in te vullen krijgen we een goed beeld hoe het kind zijn zintuigen gebruikt.
De kinderen krijgen activiteiten en materialen aangereikt, waarbij geobserveerd wordt of en hoe ze daarmee omgaan. Het gaat er om uit te vinden wat het kind boeit en aanzet tot zelf doen. Veelal maken we video-opnamen van het kind.
Met de informatie die dit oplevert wordt door de spelbegeleidster en begeleidster van het kind doelen gesteld, iets wat extra gestimuleerd gaat worden in de komende periode.
Voor de kinderen die al verder in de ontwikkeling zijn gebruikt de spelbegeleidster een andere spelobservatie.
Het gaat hier om:
Omgang met sensopathisch materiaal: Vindt het kind het prettig, is er afweer, is er voorkeur voor bepaalde materialen, gebruikt het kind al een schepje/ bakje in het materiaal.
Spelkeuze: Kan het kind zelf kiezen, hoe doet hij dat, voor welk speelgoed kiest het kind, hoe gaat het daar mee om.
Spelduur: Is het kind snel afgeleid door zijn omgeving, kan het kind langere tijd met hetzelfde spelen of wisselt het steeds van spel, kan het kind zijn spel afmaken.
Spelkwaliteit: Speelt het kind gevarieerd, hoe is de concentratie, wordt het speelgoed gebruikt op de manier waar het voor bedoeld is, kan het kind imiteren, gaat het kind in op spelsuggesties, is er rust in het spel of speelt het kind chaotisch, beleeft het kind plezier aan het speel, gaat het ruw of voorzichtig om met speelgoed
Contactname: Hoe reageert het kind op andere kinderen, hoe is het contact met de dagelijkse begeleider, speelt het kind naast/met andere kinderen. Deelt het kind zijn speelgoed.
Spelniveau: Op welk niveau speelt het kind voornamelijk, wat is het hoogste spelniveau dat het kind laat zien.
Spelniveau
De spelniveaus die we gebruiken zijn:
- Spelend bewegen
- Spelend omgaan met voorwerpen
- Spelend construeren
- Fantasie/rollenspel