Basiszorg
De kans om vooral kind te zijn
Op de Carrousel vinden we dat kinderen vooral de kans moeten krijgen om kind te zijn.
Kinderen zijn de hele dag door bezig zich te ontwikkelen. Elk kind doet dat op zijn eigen manier: sommigen sneller, sommige met hele kleine stapjes.
We vinden het belangrijk om niet alleen te kijken naar wat een kind kan en kan leren, maar vooral ook wat hij aankan. Pas als een kind zich veilig en vertrouwd voelt kan hij stappen of stapjes zetten.
Samen kijken
We willen kijken naar wat elk kind nodig heeft. We doen dat altijd samen: met de ouders, de begeleiders van de groep, de spelbegeleidster, de logopediste, de fysiotherapeut en de orthopedagoge, de arts en de clustermanager. Iedereen kijkt vanuit zijn of haar eigen deskundigheid en zo krijgen we een zo compleet mogelijk beeld van het kind. De verschillende disciplines doen onderzoek en geven op basis daarvan advies
De groepen
Op dit moment hebben we acht groepen: vijf op de Carrousel in Hoorn, de groep de Vlinders in Wognum, de Dobbelsteen in Enkhuizen en de Zwaluw in Oosterblokker.
De groepen zijn klein, maximaal acht kinderen. Er zijn twee begeleidsters per groep en vaak is er ook een stagiaire.
We hebben twee groepen met tieners: de Anemoon en de Pioen. Naar de Boterbloem en de Klaproos komen de jongere kinderen.
De dag en de activiteiten
Op elke groep zijn er vaste punten in de dag: de kring bij binnenkomst en naar huis gaan. Fruit of een koekje eten ’s morgens en ’s middags, tussen de middag middageten.
Het dagprogramma van de kinderen is individueel afgestemd en voor elk kind ziet het er dus anders uit; soms samen met andere kinderen, soms in de hele groep, soms met alleen een begeleidster.
Het uitgangspunt is altijd: wat heeft dit kind nodig om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen, zowel op emotioneel, cognitief als motorisch gebied.
We doen heel veel verschillende activiteiten: aan tafel spelen met blokken of een puzzel, kralen rijgen, muziek maken of luisteren, springen op het luchtkussen, wandelen, bellen blazen, buiten spelen, fietsen, schommelen, zwemmen, Beleven In Muziek (BIM), Sherborne, judo. Voor de tieners zoeken we naar activiteiten die bij hen aansluiten.
Ook aan samen doen, samen spelen besteden we aandacht. Bij alles wat met spelen te maken heeft is de spelbegeleidster betrokken.
Maar ook is er veel aandacht voor communicatie: hoe kunnen we het kind zo goed mogelijk ondersteunen om te vertellen wat hij wil. Dat kan door praten, maar ook door gebruik te maken van pictogrammen of foto’s en gebaren; sommige kinderen hebben een spraakcomputer.
De iPad wordt ook op alle groepen gebruikt – soms voor ontspanning, maar vooral ook voor ontwikkeling.
Ook de motorische/lichamelijke ontwikkeling is belangrijk: van oefenen omrollen tot fietsen en zwemmen. Maar ook bijvoorbeeld zindelijk worden – is een kind daaraan toe dan zullen we daaraan werken.
Bij alle activiteiten staat het kind centraal: wat is er voor hem of voor haar belangrijk en hoe kunnen we hem zo goed mogelijk ondersteunen zijn stappen te zetten.
Meedoen op school
De Dobbelsteen, de Vlinders en de Zwaluw hebben een groepsruimte in een (brede)basis school waar ook andere kinderen (zonder ontwikkelingsachterstand) komen.
Voor elk kind zoeken we naar mogelijkheden om mee te doen met die kinderen; dat kan zijn door erbij te zijn en te kijken, maar ook door actief te spelen op een groep met andere kinderen
Vanuit de Carrousel gaan sommige kinderen ook naar een basisschool, voor een uurtje samen spelen of naar muziek luisteren bijvoorbeeld; er gaat altijd een ondersteuner mee.
Maar het kan ook andersom: kinderen van de basisschool die bij ons komen spelen en meedoen.
Ondersteuningsplan
Voor elk kind wordt een ondersteuningsplan (osp) gemaakt: alles wat met de ondersteuning te maken heeft zetten we op papier. Samen met de ouders spreken we over de doelen voor het komende jaar: waar gaan we de aandacht op richten en op welke manier gaan we dat doen. In het osp komen de doelen die specifiek voor dit kind van belang zijn. De dingen waar we vanuit de basiszorg vanzelfsprekend aan werken komen niet in het osp.
Methoden
Op de Carrousel wordt gebruik gemaakt van verschillende methoden om de kinderen te ondersteunen. Zo werken we met de Vlindermethode en het COCP. Ook maken we gebruik van observatielijsten zoals de Portage of de Speelpoort om goed te zien wat een kind kan en waar zijn mogelijkheden liggen. Voor elk kind gebruiken we dat wat het best past.
Op de Carrousel vinden we dat kinderen vooral de kans moeten krijgen om kind te zijn.
Kinderen zijn de hele dag door bezig zich te ontwikkelen. Elk kind doet dat op zijn eigen manier: sommigen sneller, sommige met hele kleine stapjes.
We vinden het belangrijk om niet alleen te kijken naar wat een kind kan en kan leren, maar vooral ook wat hij aankan. Pas als een kind zich veilig en vertrouwd voelt kan hij stappen of stapjes zetten.
Samen kijken
We willen kijken naar wat elk kind nodig heeft. We doen dat altijd samen: met de ouders, de begeleiders van de groep, de spelbegeleidster, de logopediste, de fysiotherapeut en de orthopedagoge, de arts en de clustermanager. Iedereen kijkt vanuit zijn of haar eigen deskundigheid en zo krijgen we een zo compleet mogelijk beeld van het kind. De verschillende disciplines doen onderzoek en geven op basis daarvan advies
De groepen
Op dit moment hebben we acht groepen: vijf op de Carrousel in Hoorn, de groep de Vlinders in Wognum, de Dobbelsteen in Enkhuizen en de Zwaluw in Oosterblokker.
De groepen zijn klein, maximaal acht kinderen. Er zijn twee begeleidsters per groep en vaak is er ook een stagiaire.
We hebben twee groepen met tieners: de Anemoon en de Pioen. Naar de Boterbloem en de Klaproos komen de jongere kinderen.
De dag en de activiteiten
Op elke groep zijn er vaste punten in de dag: de kring bij binnenkomst en naar huis gaan. Fruit of een koekje eten ’s morgens en ’s middags, tussen de middag middageten.
Het dagprogramma van de kinderen is individueel afgestemd en voor elk kind ziet het er dus anders uit; soms samen met andere kinderen, soms in de hele groep, soms met alleen een begeleidster.
Het uitgangspunt is altijd: wat heeft dit kind nodig om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen, zowel op emotioneel, cognitief als motorisch gebied.
We doen heel veel verschillende activiteiten: aan tafel spelen met blokken of een puzzel, kralen rijgen, muziek maken of luisteren, springen op het luchtkussen, wandelen, bellen blazen, buiten spelen, fietsen, schommelen, zwemmen, Beleven In Muziek (BIM), Sherborne, judo. Voor de tieners zoeken we naar activiteiten die bij hen aansluiten.
Ook aan samen doen, samen spelen besteden we aandacht. Bij alles wat met spelen te maken heeft is de spelbegeleidster betrokken.
Maar ook is er veel aandacht voor communicatie: hoe kunnen we het kind zo goed mogelijk ondersteunen om te vertellen wat hij wil. Dat kan door praten, maar ook door gebruik te maken van pictogrammen of foto’s en gebaren; sommige kinderen hebben een spraakcomputer.
De iPad wordt ook op alle groepen gebruikt – soms voor ontspanning, maar vooral ook voor ontwikkeling.
Ook de motorische/lichamelijke ontwikkeling is belangrijk: van oefenen omrollen tot fietsen en zwemmen. Maar ook bijvoorbeeld zindelijk worden – is een kind daaraan toe dan zullen we daaraan werken.
Bij alle activiteiten staat het kind centraal: wat is er voor hem of voor haar belangrijk en hoe kunnen we hem zo goed mogelijk ondersteunen zijn stappen te zetten.
Meedoen op school
De Dobbelsteen, de Vlinders en de Zwaluw hebben een groepsruimte in een (brede)basis school waar ook andere kinderen (zonder ontwikkelingsachterstand) komen.
Voor elk kind zoeken we naar mogelijkheden om mee te doen met die kinderen; dat kan zijn door erbij te zijn en te kijken, maar ook door actief te spelen op een groep met andere kinderen
Vanuit de Carrousel gaan sommige kinderen ook naar een basisschool, voor een uurtje samen spelen of naar muziek luisteren bijvoorbeeld; er gaat altijd een ondersteuner mee.
Maar het kan ook andersom: kinderen van de basisschool die bij ons komen spelen en meedoen.
Ondersteuningsplan
Voor elk kind wordt een ondersteuningsplan (osp) gemaakt: alles wat met de ondersteuning te maken heeft zetten we op papier. Samen met de ouders spreken we over de doelen voor het komende jaar: waar gaan we de aandacht op richten en op welke manier gaan we dat doen. In het osp komen de doelen die specifiek voor dit kind van belang zijn. De dingen waar we vanuit de basiszorg vanzelfsprekend aan werken komen niet in het osp.
Methoden
Op de Carrousel wordt gebruik gemaakt van verschillende methoden om de kinderen te ondersteunen. Zo werken we met de Vlindermethode en het COCP. Ook maken we gebruik van observatielijsten zoals de Portage of de Speelpoort om goed te zien wat een kind kan en waar zijn mogelijkheden liggen. Voor elk kind gebruiken we dat wat het best past.